Het VLAAMS VREDESINSTITUUT heeft in een filmpje op YOUTUBE het volgende neponderzoek gepost: https://www.youtube.com/watch?v=I3GL6OjkJeI&feature=share&fbclid=IwAR2Ci...
KIJK..... DIT IS NU WEER EEN SCHOOLVOORBEELD VAN EEN NEPONDERZOEK, UITGEVOERD DOOR EEN LULLIGE, TOTAAL ONBEKWAME EN ONBEVOEGDE NEPONDERZOEKER VAN EEN POLITIEK GERICHT NEPONDERZOEKBUREAU EN DAT NOODZAKELIJK MOEST LEIDEN NAAR EEN POLITIEKE CONCLUSIE.......
Een commentaar van een deskundige van de wapenwetgeving, Nico Demeyere: Dit is het schoolvoorbeeld van een fake studie die tot de conclusies moest leiden die de politieke meerderheid van het Vlaams Parlement in gedachten had. Van enig onderzoekswerk is er nauwelijks sprake.
Het begint al met hun analyse van het juridisch kader. Zo beweren ze dat een sportschutter jaarlijks "gecontroleerd" wordt omdat hij zijn uittreksel strafregister en een kopie van zijn sportschuttersboekje naar de federatie moet sturen. Er is ook geen jaarlijkse controle door de diensten van de gouverneur of de politie. Voor een recreatieve schutter zeggen ze dat de controle maar om de 5 jaar is en dat de gouverneurs bovendien ook geen tijd zouden hebben om die controle te doen.
Iedereen die nog maar een beetje moeite doet om de wetgeving te bekijken, zal vaststellen dat de exploitant van een schietstand voor ELKE gebruiker, dus zowel recreatief als sportschutter, een uittreksel strafregister moet hebben dat hoogstens een jaar oud is (zie art. 5 KB 13 juli 2000). Dit is dus dezelfde verplichting voor alle categorieën particuliere gebruikers. De sportschutter mag een kopie van zijn licentie geven (die hij geldig verklaard jaarlijks mits uittreksel strafregister aan de federatie te bezorgen), terwijl de recreatieve schutter dat uittreksel rechtstreeks aan de exploitant bezorgt. In beide gevallen controleert de gouverneur niet jaarlijks.
Bovendien is de controle van de gouverneurs en politie dezelfde voor alle wapenbezitters. Art. 32 WW maakt geen onderscheid: zowel sportschutters als recreatieve schutters worden op dezelfde manier gecontroleerd.
Het rapport bevat ook nog een analyse van het grondwettelijk kader om tot de conclusie te komen dat de gemeenschappen het recreatief schieten dus moeten verbieden. Die analyse is niet gemaakt door onderzoekers die voldoende beslagen zijn in deze materie, noch werd in het kader van de review van de studie de moeite gedaan om de zaak aan een grondwetsspecialist voor te leggen. De reden hiervoor lijkt ons ook duidelijk. De analyse is enkel gebaseerd op een arrest van het grondwettelijk hof uit 2004 in een zaak tegen het eerste sportschuttersdecreet van de Franse Gemeenschap. Men gaat niet in op latere arresten waarin het principe gehuldigd wordt dat zowel gemeenschappen, gewesten als federale overheid bevoegd zijn voor wapens, maar dat een overheid geen initiatieven mag nemen die het de andere overheden onmogelijk maken om hun bevoegdheden uit te oefenen. Dit standpunt is nu standaard en komt terug in alle adviezen van de afdeling wetgeving van de Raad van State sedert 2008. Dergelijke analyse niet grondig doen, omdat ze minstens tot ernstige nuancering van de conclusie zou leiden, getuigt van een fundamentele vorm van intellectuele oneerlijkheid die aan het bedrieglijke grenst
Blijft nog de gebruikte onderzoeks "methode". Er werden enkele personen geïnterviewd, waaronder ondergetekende. Elke partij kreeg andere vragen die gebaseerd waren op een bepaald begrip en kader dat door de onderzoekers werd uitgezet. Over dat kader zelf was geen discussie. bovendien werden personen geïnterviewd die allicht wel ervaring hebben in de materie, maar daarom niet echt de materie goed beheersen. Ook zijn dergelijke gesprekken altijd bevooroordeeld omdat elke geïnterviewde zoveel mogelijk antwoorden geeft in functie van het optimaliseren van zijn persoonlijke situatie of in het beste geval van zijn organisatie. Dit maakt dus dat het onderzoek gebaseerd is op een samenraapsel van diverse standpunten van personen die elk hun eigen situatie verdedigen terwijl er niet echt vanuit een objectieve invalshoek naar het onderwerp gekeken wordt.
Om die redenen weigeren wij nog elke verdere medewerking met dit instituut en hopen wij dat de volgende legislatuur initiatieven neemt om de kwaliteit van het instituut te verbeteren en het terug te laten focussen op hetgeen waarvoor het is opgericht, nl. vredesonderzoek. Het onderzoek van de sportschutterij past hier absoluut niet in en is in zeker zin dus ook een oneigenlijke aanwending van ons belastinggeld voor puur politieke doeleinden.
Daniel Beets Voorzitter AVWL Vzw
Commenti